vrijdag 5 augustus 2011

Tijd

Op de terugweg van het Joods Historisch Museum worden we in de Kochstrasse aangesproken door een kleine oude dame. Ze draagt zomerkleren en een hoedje, in haar gebit glinsteren vullingen. Ze wil weten waar we vandaan komen en wat we komen doen in Berlijn. Ja, ja, de Hollanders reizen veel, zij wilde zelf eens gaan studeren in Eindhoven, maar de oorlog verhinderde dat. Ze is van 1925, vertelt dat de Duitsers het huwelijk van Bernhard met Juliana afkeurden, ze vonden het een vorm van verraad. Ze komt uit Mecklenburg in de voormalige DDR en is meermalen 'verschleppt worden', belandde zelfs in een Russisch kamp en moest dwangarbeid verrichten. Haar naam spelt ze als Ney, ze is een afstammeling van gevluchte Hugenoten die werden opgenomen door het tolerante Pruisen van Frederik de Grote. Ze oogt frèle als een Française, vertelt dat je op de lagere school gerangschikt werd naar het inkomen van je ouders, zij zat achteraan in de klas. Vooraan zat een Joods meisje dat elke dag een andere jurk met strikken droeg van de fijnste zijde. De andere kinderen staarden naar haar boterhammen met boter, vlees en soms droop er chocoladepasta uit. Misschien waren die boterhammen wel niet zo gezond, want zelf kreeg ze niet zulk eten en ze leeft nog, glimlacht ze. Er lijkt in haar verhaal geen zweem van antisemitisme, ze geeft de feiten weer uit een fabelachtig geheugen, maar waren er misschien ook rijke Duitse kinderen? En wat is er van het Joodse meisje geworden? Die wedervragen blijven uit, ze is een dwingende persoonlijkheid.
Er zijn honderden lotgenoten van haar zegt ze, ze heeft er hoofdstukken voor een boek over geschreven, maar het is niet uniek genoeg voor publicatie, het zal een manuscript blijven. Scholen waar ze haar verhaal wil doen houden zich doof, men wil niet herinnerd worden aan pijnlijke tijden. Ze woont hier om zich thuis te kunnen voelen, maar dat lukt niet echt meer, ze vindt Berlijn een koude stad geworden en legt daarbij haar hand op het hart, maar het Berlijns is nog hetzelfde. Onlangs merkte ze dat in een taxirit, waar ze al na een paar minuten met de chauffeur "hin Berlinerte" Een Berlijner zegt: "Das habe ich mir vergessen", in plaats van "Es ist mir entfallen". We horen de naamval en prevelen zelf even het rijtje van de derde in het Duits. De dame heeft een ezelsbruggetje dat ze voordoet op de vingers van één hand, Duitsers weten zelf soms ook geen raad met de vervoegingen.
Ze taxeert ons gezelschap, ik ben duidelijk een Hollander. De andere man houdt ze voor een filmacteur, de dames blijven zonder beroep. We maken beleefd een einde aan het gesprek, we hebben te weinig tijd om de vorige eeuw uitvoerig met haar door te nemen. Daar zou ze zonder twijfel toe in staat geweest zijn, deze wandelende ooggetuige van de tijd in de straat van Checkpoint Charlie op een zondagmiddag in 2008.
De twijfel over het verhaal van het slachtoffer met de naam van de Napoleontische maarschalk komt langzaam op en wil niet meer verdwijnen. Checken kunnen we het niet, we verlaten de voorheen Amerikaanse sector om de trein naar Nederland te halen.

Geen opmerkingen:

Over Louis Radstaak

Mijn foto
Lochem, Gelderland, Netherlands
www.louisradstaak.nl