vrijdag 5 augustus 2011

Poëzie

Watou, spreek uit: Waatouw - volgens onze vrienden - ligt dromerig in het augustuslicht van een donderdag. De reis ging comfortabel over de snelweg, een corridor van lelijkheid door het Vlaamse landschap, maar er schijnt ook een poëtisch treinarrangement te zijn tot het nabije Poperinge.
Sinds jaren is het Belgische grensplaatsje een bedevaartsoord voor liefhebbers van poëzie en beeldende kunst, misschien zijn grensgebieden daar heel geschikt voor.
De liefhebbers zijn veelal oudere mensen, ik vermoed een vergrijzende doelgroep, want jongeren ontbreken als bezoekers, wel zijn ze suppoost en student.
De voordracht van de poëzie uit luidsprekers is vaak ernstig, bijna theatraal en werkt een beetje op de lachspieren.
Bij het monument voor de vroeggestorven dichter Eddy van Vliet zitten we in het gras voor een picknick, paarden hinniken zacht, de kerkklok slaat en een onzichtbaar fruitkanon knalt erdoorheen, het lijkt een atonaal klankgedicht.
Wanneer we opbreken lees ik nog eens de laatste regel over zijn dood die hem nadert: "Veeg je voeten en wees welkom" en kijk naar het landschap door het glas waar het gedicht op staat.
In deze omgeving heeft een wereldoorlog gewoed in smerige loopgravens, de dood kon het nauwelijks bijsloffen.
Rond de kerk aan het dorpsplein ligt een begraafplaats met foto's in emaille op zerken, een herinnering aan een godvrezende tijd met andere gezichtsuitdrukkingen en haardrachten. In de kerk zie ik een Mariabeeld met engelen aan haar voeten in een blauwe wolk die doet denken aan een wave in een golfslagbad, de engelen kijken wat benauwd.
Aan de Dorpsstraat kijk ik naar de etalage van de slager, behalve vlees ligt er ook orgaanvlees, varkenskop en opengewerkte varkenspootjes, dezelfde die mijn vader graag at, tot mijn afgrijzen. De slager is een kleine, donkere man met een norse trek op zijn gezicht, doden is niet voor vriendelijke mensen. Op straat staat een werktuig op wielen waar een beest in gehangen kan worden, ik stel me het macabere transport voor van boer naar slager over de smalle landweggetjes.
In een schuur van de oude Vlaamse Douvie-hoeve is de animatiefilm 'Tide Table' te zien van de mij onbekende William Kentridge. In forse houtskooltekeningen is een scène aan een fictieve kust verbeeld over de gang van de seizoenen en de handelingen van mensen en ook dingen. Een strandstoel komt klapperend tot leven op Afrikaanse muziek, een stier wordt geofferd, mensen worden gedoopt in dezelfde ruimte, de zee komt en gaat, mensen gaan erin en eruit, het is een prachtig poëtisch meesterwerk dat de overige beeldende kunst in de Poëziezomer 2007 wat in de schaduw stelt.

Geen opmerkingen:

Over Louis Radstaak

Mijn foto
Lochem, Gelderland, Netherlands
www.louisradstaak.nl