zaterdag 6 augustus 2011

Ethos, Pathos en Logos

Bij het portiek van de nieuwe serviceflat staan twee vrouwen te praten, de een heeft een westerse tongval, de ander een oostelijk accent. Het onderwerp is 'op vakantie' gaan, waarbij me de geveinsde belangstelling van de minder bedeelde opvalt: "Ga je alweer!?", zie ik haar denken. De felle zon werpt harde schaduwen van hun gestalten over de straatklinkers, als ik er een kwartier later langs kom staan ze er nog. Het gesprek gaat nu over morele kwesties, de westerlinge trekt een ernstig gezicht: "Neen, zoiets doe je niet!" lijkt het uit te drukken. Weer een kwartier later kom ik opnieuw langs. Nu staat er een oudere man bij, in beiges en grijzen. Hij heeft een mopsgezicht en rept over 'genetische bepaaldheid'. De zon schijnt onbarmhartig over de drie, iets verder sta ik stil bij een muurgedicht van Emily Dickinson. Ik moet opzij voor een zacht grommende Amerikaan, bestuurd door een mooie jonge vrouw. Ik ben er zeker van dat ze nooit een gedicht van Emily heeft gelezen of het ooit zal gaan doen. De zon belicht een putdeksel met een spiraalmotief en maakt een weetje in me wakker: op het noordelijk halfrond stroomt het water weg tegen de klok in, op het zuidelijk is dat omgekeerd. Of is het andersom? Om de hoek kijk ik bij de opruimers van de boekhandel. Terwijl ik blader in een boek over het leven van kinderen bij de Romeinen hoor ik een vrouw roepen: "Piet, heb je nog iets nodig van de Etos?". Ze staat voor de winkel van Blokker, zou de aangeroepene de classicus Piet Gerbrandy zijn van wie ik de dichtbundel 'Nors en zonder haten' in mijn handen heb? Piet verstaat haar niet, ze roept het nog eens, over mijn hoofd heen. Hij geeft een onverstaanbaar maar geïrriteerd klinkend antwoord. Ik sta in het schootsveld en schiet in de lach als ik het woord Etos denk als Ethos. In de boekwinkel blijk ik sneeuwblind van het kijken naar de witte pagina's in het zonlicht en zoek ik op de tast naar de juiste toetsen in de PIN-automaat. In mijn ooghoeken komt een grote vrouw voorbij die wat lomp vraagt naar een kinderboekentitel. Ze leunt op een rollator met een soort armsteunen, achter haar loopt een bedeesd meisje. Ik vermoed een drama, een spierziekte of iets met haar brein. Wanneer ik de deur uit loop gaat een mooie jonge moeder naar binnen. Ik bekijk haar fiets: een modieuze 'Kronan' met boodschappenmand. Zo zie ik haar wel eens fier fietsen met koters of boodschappen in die gevlochten mand, zelfbewust autoloos in weer en wind. "Wat een contrast met de rollatormoeder", denk ik en kom langs drie pratende mannen op het nieuwe stadsmeubilair: luxe stoelen met armleuning, de poten vastgezet in het plein. Wanneer ik klassiek geschoold zou zijn dan had ik geweten dat zij bedoeld zijn voor het beoefenen van de drie middelen in Aristoteles' retorica: Ethos, Pathos en Logos. Niet voor mij: ik ben seismograaf, microfoon en camera in één en moet verslag doen, of ik wil of niet. Op weg naar de parkeerplaats zie ik nog een andere moeder. Zij bestuurt een scooter, achterop zit dochterlief en uit de topkoffer steekt het hoofd van een klein bruin hondje. Achter de koffer draait een aanhangertje sierlijk mee in de bocht, op weg naar een camping. Het is vakantietijd. Met een hand boven de ogen tegen het harde licht kijk ik de combinatie na en mompel: "Geweldig!". De vrouw op het terras dat ik passeer ziet het ook, maar het komische ontgaat haar. Ze zegt tegen mij: "Het leek alsof u Sinterklaas aan zag komen!". Misschien is dat wel zo bij mij, elke dag weer...

Geen opmerkingen:

Over Louis Radstaak

Mijn foto
Lochem, Gelderland, Netherlands
www.louisradstaak.nl