Aan de zandweg in het bos stonden lange tijd regelmatig twee auto's. De ene was wat ik een mannenauto zou noemen, de andere een Lelijke Eend. In die auto zaten dan de onbekende man en vrouw. Wanneer ik er langs liep keken zij effen voor zich, alsof ze een wegenkaart bestudeerden. Maar het was duidelijk: hier liep een affaire. Man getrouwd, het leek een gezinsauto, vrouw deed mij denken aan een bibliothecaresse. Ze leken meestal te praten, maar hadden mij mogelijk al in hun spiegeltje aan zien komen, zodat ik de verstrengeling miste. De verhouding duurde langer dan een jaar, in de winter zag ik de ramen van de Eend vaak zwaar beslagen, er zat vermoedelijk toch wel flink wat fysieke warmte in hun relatie.
Op een dag besloot ik tot een plagerijtje. Ik maakte een kopie van het gedicht Hongaarse Rhapsodie van J.M.W. Scheltema. Er boven plaatste ik een tekst als in een politieverordening die vermanend verwees naar hun activiteiten. Ondertekend door de POËZIEPOLITIE. Het geheel ging in een plastic hoes en werd aan een boom dicht bij hun vrijageplaats geprikt. Eigenlijk hoopte ik commentaar te krijgen maar het effect was dat ze voortaan wegbleven en hun geluk elders moeten hebben gezocht. Dat was het einde van mijn onbezoldigde poëtisch dienderschap in het bos en ik moest me weer tevreden stellen met het begluren van reeën, hazen, konijnen en gewone eenden. Dit is het gedicht:
Hongaarse Rhapsodie
(Rika Csardas)
(Wijze: Ritka buza, ritka arpa)
Aszik vamme werc komcseggic
szunne menou
rika, rika,
laane menou.
Evve nochwa tetegec kerd
toenoula melos
mal legec, mal legec
toenoula melos.
Em ma proppe, etep proppe
Em ma szèzchela melos
Tottic nedde crantep emme
leckurre segret, danszeg tse
kanapee, kanapee
toenoutyn ustoe.
Aszick csavus im melyche mostap
seggictoe
rika, rika,
laane menou.
Evve nochwa pittetyn us
toenoula melos
szotterick, szotterick,
toenoula melos.
Em ma pitte, maffup pitte
Em ma szèchela melos,
Tottic evvelec kursellef
noggetuc kydoe, danszeg tse
szoe menou, szoe menou,
toenoutyn ustoe.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
uit 'Chansons, Gedichten en Studentenliederen' van J.M.W. Scheltema (1921-1947)
zaterdag 6 augustus 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Blogarchief
-
▼
2011
(87)
-
▼
augustus
(86)
- De Echte Wereld
- Kunstmarkt
- Grensoverschrijdend
- Nieuwjaarsborrel
- Eredienst
- Christine
- 'Oorlog'
- Ethos, Pathos en Logos
- Tentoonstelling
- Stemmen
- Poëziepolitie
- Voorland
- Herfstsonate
- Concert
- Kulturhus
- Geheugen
- Tijd
- Café
- Kermis
- Hangzolder
- Natuur
- Vulling
- God
- Blues
- Berg
- Stoppage
- Kanon
- Reis
- Staring
- Zwerver
- Vis
- Snoer
- Panel
- Heimwee
- Finish
- Zoll / Douane
- Engel
- Zwijgen
- Poëzie
- Lezen
- Gilles de la Tourette
- Panorama
- Nijlreis
- "Old People"
- Waanzinnig
- Zwarte Cross
- Dogma
- Baardheilige
- 'Dank u Maria'
- Autochtone
- Scanner
- Kunstschilder
- Twentekanaal
- Crash
- Maaltijd
- 'The Birds'
- Pegaso
- Reeënleed
- 'Schwanstein'
- Stroper
- Horkvrij
- Politiek
- Boekenmarkt
- Maandag
- 'Date'
- Emigratie
- Voeten
- Begrafenis
- Warme hand
- Aardappeleters
- Dovemansoor
- De bron
- Winterwandeling
- Bekering
- Sartre en Belmondo
- Verschrikkingen
- Oudejaarsavond
- Geboortegrond
- Lo Simons
- Andouille
- Empathie
- Varkens
- Kippen
- Boengboengboen
- Buurtsuper
- Poliklinisch
-
▼
augustus
(86)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten