vrijdag 5 augustus 2011

Bekering

Na pagina 89 haakte ik af in 'Knielen op een bed violen', het personage Jozef Mieras begon me erg tegen te staan.
Ergens halverwege begon ik opnieuw te lezen en hield het vol.
Een paar hoofdstukken voor het einde legde ik het weg en vertelde A. dat ik bekeerd was tot Jan Siebelink.
Spottend zei ze dat ik dan beter bij de Oefenaars kon gaan wonen. Ik galmde: 'In het huis van mijn vader zijn vele kamers' en zo ging de schermutseling nog een tijdje door.
Ik hield het niet droog bij de laatste bladzijden, het is ook nog een 'tearjerker'. Die film zal een succes worden, daar wil ik wel een bedje violen op inzetten.
Velp wordt het Nederlandse Lourdes, er komt een Sievez-route met de psalmen op een MP-3 speler.
De Oefenaars zijn intrigerend, ze zijn radicaal, onthecht maar ook bang. Sievez is een angsthaas geworden door de dood van zijn konijn, het kan iedereen gebeuren.
Ik zie de streek waarin het speelt voor me en weet waar Lathum, Ijzerlo en Gendringen liggen.
Psalm 119 is de de bijnaam voor een lange rechte weg tussen Ruurlo en Zieuwent, die ik nooit in achtentachtig coupletten heb gedacht als ik hem moeizaam per fiets aflegde.
De sterfscene heb ik voorgelezen aan A., zo goed mogelijk de bezweringen van de Oefenaars imiterend.
Onbegrijpelijke volzinnen die een beetje aan professor Prwlytzkofski's waarschuwingen doen denken.
Misschien trekken er in deze oudejaarsnacht een aantal naar het huis van een stervende, die onvoorzichtig was met vuurwerk.
Hij heeft voorzeker een geweldig licht gezien en de Here heeft hem alvast met doofheid geslagen.

Geen opmerkingen:

Over Louis Radstaak

Mijn foto
Lochem, Gelderland, Netherlands
www.louisradstaak.nl