maandag 23 januari 2012

Inrichting

Inrichting

In de ontvangsthal van de inrichting kreeg ik even, het "is maar voor een uurtje" de zorg over Fritz, een menselijke romp in een geblokte trui met de kop van een hond en dezelfde schrokkerigheid. Wandelend met hem door een lange gang kwam het eten er weer uit in de vorm van rijstkroketten. Ik wist me geen raad met hem en vroeg aan een verpleegster naar zijn gewoonten. "Fritz zit graag bij de uitgang, mensen kijken" zei ze en ging snel verder, zorg is haast.
De inrichting was tevens museum, ik keek om de hoek in zalen met 19e eeuwse kunst en ergens was een 'Rederijkershoek' nagebouwd, een aantal afgeschotte compartimenten waarin je een gesprek kon voeren. Met Fritz zou dat niet gaan, die wilde alleen maar eten en duwde zijn natte snuit tegen mijn wang. Verder maar weer, we gingen de tuin in. Tuinen moet ik zeggen, want ze waren uitgestrekt en hadden mooie witte grindpaden. Een zachte voorjaarswind streek langs me heen en voerde het geluid mee van een ouder echtpaar achter mij. "...die man daar doet nobel werk" hoorde ik de vrouw zeggen op een toon van 'en jij, wat doe jij?'.
Ik keek naar het weidse, bijna Toscaanse landschap en mompelde zachtjes: "het is maar voor een uurtje". Nu wilde Fritz ook wandelen, ik zette hem op de grond en vond een hondenriem, die ik aan zijn boordje gespte. Hoewel zonder benen zette hij zich in beweging en trok zelfs aan de riem.
Het grindpad ging over in een trapje naar een lager bordes met banken en een tafel waarop een aantal portemonnees lagen. Ik pakte er een op en zei: "I'd swear this wallet is mine", terwijl ik naar de mijne voelde. De mensen op de banken grinnikten Angelsaksisch besmuikt.
Ze keken toe hoe ik het eraf zou brengen in de hinderlaag: een lange omgekeerde spiegel, rustend op een paar stenen tegen een helling. Er was maar één manier, heel snel erover lopen, zo licht mogelijk. Bij alle anderen was hij gebroken zeiden de Engelsen. Verder ging het, nu door een lange gang met kunstlicht.
Twee vrouwen wenkten mij. Dichterbij gekomen zag ik dat het ook een combinatie van verzorger en verpleegde was. De verpleegde, een mooie brunette met krullend haar wilde mij de hand schudden. Haar begeleidster zei dat ze dat altijd wilde wanneer  ze 'een goed mens' zag. We begonnen een gesprek, maar de brunette glipte weg, een trap op. De verpleegster ging haar achterna en ik keek onder haar rok naar een stel lange, pezige benen. Even later zag ik de twee in een kamertje waar de brunette op een tafel lag, met een klisma in haar achterwerk. Fritz was nergens meer te bekennen en het was al ver na sluitingstijd in de inrichting, ook museum. Ik ging naar hem zoeken en vond de gehaaste verpleegster. Ze vroeg mij in haar laboratorium te komen, ze was bezig met de verzorging van een groot aantal foetussen in flessen met sterk water. Gedrochten van allerlei dieren en mensachtigen, die allemaal leefden en rondzwommen in hun gelige vloeistof. Ze liet me een orderformulier zien waarop ik de bestemming las: Bathmen.
Ik was niet verbaasd, ik heb in dat dorp veel lelijke mensen gezien.
Plotseling ging de deur open en een mannetje met een rond gezicht in een witte doktersjas kwam binnen. "Liefje, ben je hier!" riep hij uit en zoende de haastige verpleegster. In een ander, eerder leven was hij een berucht parlementslid met conservatieve meningen over menselijke omgang. Aldus Fritz, die zich bij de ingang van het lab verborgen had gehouden onder een dekentje.
Ik pakte hem weer op en liep over een glibberige trap via een warenhuis naar de uitgang van de inrichting. Het uurtje was om.

Over Louis Radstaak

Mijn foto
Lochem, Gelderland, Netherlands
www.louisradstaak.nl